Bowie de lolbroek

Als wisselvallig fan van de muziek van David Bowie waardeer ik hem zeer als kunstenaar, maar ook vooral als grappenmaker en lolbroek.

William Boyd en Nat Tate

Vandaag liep ik tegen een artikel van de Schotse schrijver William Boyd uit 2016 waarin hij herinneringen ophaalde aan Bowie. Boyd en Bowie hadden zo hun bedenkingen over de “New York glitterati” (sociale elite) en hun blasé, pedante gedoe over kunst. Boyd wilde de glitterati op de proef stellen door een biografie te schrijven over een fictieve schilder Nat Tate. Bowie was mede-oprichter van uitgeverij 21 Publishing, waar het boek over Nat Tate werd uitgegeven. Bowie zat toen ook in het bestuur van het tijdschrift Modern Painters en schreef daarvoor een enthousiast artikel over het boek en de fictieve kunstenaar.

Bowie hield een lanceringsfeest voor het boek in de galerie van Jeff Koons* op 1 april1998 en las met uitgestreken gezicht fragmenten uit het boek voor en besloot met “de diepste angst van de kunstenaar – dat God je een kunstenaar zal maken maar slechts een middelmatige kunstenaar – was achteraf niet van toepassing op Nat Tate.”
De biograaf van Picasso John Richardson* sprak er ook over Tate’s vriendschappen met zowel Picasso als Braque.

David Bowie (midden) in 1998 bij de presentatie van William Boyd’s boek Nat Tate: an American Artist 1928-1960
Foto: Steve Azzara / Corbis Sygma

De ingewijden waren erg geamuseerd over de ontvangst van het boek en merkten dat glitterati en zelfs kunstcritici te bang waren om als onwetend over te komen en bleven zeggen: ‘Natuurlijk had ik al lang van Nat Tate gehoord.’

* In het complot.

Ricky Gervais en Andy Millman

De Britse komiek Ricky Gervais ontmoette David Bowie bij de BBC. De eerste serie van The Office was net uitgezonden en hij was uitgenodigd voor een ontmoeting met het hoofd van de BBC, Salman Rushdie en Bowie in diens kleedkamer.
Naderhand stuurde Bowie een e-mail aan Gervais om uit te leggen hoe hij de hele serie The Office had verslonden en dat was het begin van een vriendschappelijke relatie die vele jaren zou duren.

Een paar jaar na hun eerste ontmoeting wist Gervais Bowie te overtuigen om een ​​hyperbolische versie van zichzelf te spelen in de minder bekende, maar niet minder leuke serie Extras, waarin Gervais het personage Andy Millman speelt; een figurant die beroepsmatig veel wereldberoemde sterren ontmoet. Die spelen in de serie altijd een andere versie van zichzelf; Bowie als arrogante verwaande rockster die in een volgeladen pub ter plekke een denigrerend lied over Andy Millman (‘The Little Fat Man With The Pug Nosed Face‘) componeert voor een zeer geamuseerde menigte en een minder enthousiaste Andy Millman.

Als dank aan Bowie voor het feit dat hij zijn uiterste best deed om in zijn programma te verschijnen, stemde Gervais ermee in om op te treden op het High Line Festival in New York waarvoor Bowie de line-up had samengesteld. Het festival was uitverkocht en Bowie kwam op in een smoking, met een kleine mondharmonica en speelde en zong ‘The Little Fat Man With The Pug Nosed Face‘.

De scene in Extras zou Bowie’s laatste gefilmde optreden blijken te zijn en het festival zijn laatste show.

Gervais over Bowie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.