Ruim 9 jaar geleden voerde ik de allereerste traditionele jaarlijkse bermblikjestelling uit. Ik trof toen in een stuk berm van 160 strekkende meter 21 blikjes aan, waarvan 9 van dezelfde mierzoete energy drink.
Vanochtend heb ik op hetzelfde stuk de tweede traditionele 9-jaarlijkse bermblikjestelling uitgevoerd en kwam tot het volgende resultaat:
- 1 x Pitt bier – 50 cl (goedkoop studenten pils, gebrouwen door Bavaria)
Daarbij moet ik opmerken dat het blikje goed verborgen in de sloot lag en zo te zien al een heel lange tijd. En waar ik in de afgelopen jaren ook nog heel wat plastic flesjes zag rondslingeren is dat nu nog alleen bij hoge uitzondering.
In 2001 wilde de toenmalige minister van milieu Jan Pronk (PvdA) statiegeld op kleine flesjes invoeren om vervuiling te stoppen. De industrie startte een tegenlobby en kreeg de kans om met een alternatief te komen. In 2002 beloofde de industrie hem om uiterlijk 2005 de flessen en blikjes in het milieu met 80 procent te verminderen; als ze er niet in zouden slagen om in dat jaar meer te recyclen en de hoeveelheid zwerfafval te verminderen, zou statiegeld worden ingevoerd.
Van uitstel kwam afstel. Het was (en is) de standaard-tactiek van het bedrijfsleven: presenteer een alternatief plan, beloof beterschap en ga akkoord met harde doelstellingen, maar blijf intussen gewoon doorgaan met waarmee je bezig bent. Met dergelijke lobby-inspanningen slaagden ze erin juridische beslissingen tientallen jaren uit te stellen. Doen alsof ze meewerken, maar eigenlijk tegenstribbelen: het bedrijfsleven noemde die tactiek ‘meestribbelen’.
De bedrijven behaalden de doelstellingen niet, maar werden er ook niet op aangesproken.
In 2011 wilde toenmalige staatssecretaris Joop Atsma (CDA) juist het geldende statiegeld op grote plastic flessen afschaffen omdat de doelstellingen in zicht zouden zijn en omdat het “niet kostenefficiënt” zou zijn. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten dacht daar anders over en ook tijdens een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer steunden alleen de PVV en VVD het plan van Atsma. Het rapport van de Wageningen Universiteit waarmee Atsma zijn beweringen onderbouwde bleek gebaseerd te zijn op een onderzoek dat niet bepaald voldeed aan de Gedragscode Wetenschapsbeoefening vanwege onjuistheden in de berekeningen.
De afschaffing van het statiegeld ging daarom niet door en er veranderde niets; ook niet ten goede.
Het maatschappelijke debat keerde in 2017 naar een uitbreiding van het systeem: Toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) vroeg de onafhankelijk CE Delft om de kosten en baten van uitbreiding van statiegeld nader te bekijken. Uit het onderzoek bleek dat de maatschappelijke kosten van statiegeld lager zijn dan alle halfslachtige pogingen om het zwerfafval terug te dringen; zoals de plastic heroes en blikvangers.
In 2018 was er desondanks weer een Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ditmaal Stientje van Veldhoven) die met de bedrijven en de Tweede Kamer een afspraak maakte dat er in 2021 statiegeld op flessen zou komen als de bedrijven er niet in zouden slagen om het aantal flessen in het zwerfvuil met minimaal 70 procent te verminderen. Rijkswaterstaat begon met het systematisch monitoren van de aantallen flesjes en blikjes in het zwerfafval.
Uit die halfjaarlijkse monitoringsrapportages bleek dat de aantallen flesjes en blikjes in de natuur niet afnamen, maar juist toenamen.
Ook in de Tweede Kamer veranderde de teneur. In de samenleving waren veel organisaties al lang bezig om de kamerleden te overtuigen van uitbreiding van de statiegeldregelingen: van handtekeningenactie van “Plastic Soup Surfer” Merijn Tinga, het oprichten van de Statiegeldalliantie, een onderzoek van het Radar Testpanel tot een motie van de Partij voor de Dieren.
Naast Partij voor de Dieren waren GroenLinks, SP, PvdA, ChristenUnie en D66 al langer voorstander van uitbreiding van de statiegeldregelingen, maar in het najaar van 2019 werd zelfs het CDA voor het eerst expliciet voorstander van statiegeld op plastic flesjes en blikjes.
Het duurde nog een paar jaren van traineren door de voedingsmiddelenindustrie, verpakkingsmiddelenindustrie en levensmiddelenindustie voordat de staatssecretaris er niet langer meer omheen kon en kwam er per 1 juli 2021 statiegeld op de kleine plastic flesjes van minder dan 1 liter en uiteindelijk per 1 april 2023 (na een nieuwe traineeractie door verpakkingsindustrie om de startdatum van statiegeld op blik 3 maanden uit te stellen) ook op blikjes.
Her resultaat laat zich raden: Amper twee maanden na de invoering van statiegeld op plastic flesjes werden er aanzienlijk minder op straat en in de natuur gevonden. Tijdens World Cleanup Day in september 2021 werden er 37% minder plastic flesjes gevonden dan in voorgaande jaren en in januari 2022 bleek uit onderzoek van de “Zwerfinator” Dirk Groot dat er 70% minder plastic flesjes op straat lagen.
Last but not least: ook mijn mini-onderzoekje van vanochtend bevestigde dat wat de industrie decennia lang probeerde tegen te houden wel degelijk het gewenste effect heeft op het milieu.
