Het Eurovisiesongfestival is volgens Wikipedia “een jaarlijkse presentatie en competitie van liedjes”.
Deze presentatie en competitie van liedjes wordt al sinds 1956 gehouden en uitgezonden op televisie door heel Europa. Het begon als het geesteskind van Marcel Bezençon van de European Broadcasting Union (EBU). De wedstrijd was gebaseerd op het Festival van San Remo in Italië en was bedoeld om de grenzen van de technologie voor live televisie-uitzendingen te testen.
Die EBU is een samenwerkingsverband van omroepen uit de meeste Europese landen en enkele landen in het Midden-Oosten, West-Azië en Noord-Afrika. Aan het songfestival kan ieder actief EBU-lid meedoen. Als uitzondering op die EBU-regel doet sinds 2015 ook Australië mee aan het festival.
Voor elk deelnemend land kan één liedje uitgevoerd worden en dat mag niet langer dan drie minuten duren. De deelnemers aan deze competitie treden hiervoor twee keer op, één keer voor vakjury’s en één keer voor het publiek dat rijkelijk aanwezig is in de zaal waar het evemenent gehouden wordt maar ook in groten getale via TV toekijkt. De winnaar van deze competitie wordt bepaald doordat elk deelnemend land punten geeft aan hun tien favoriete nummers; de helft via televoting en de andere helft door professionele jury’s. De stemmen mogen niet uitgebracht worden voor het liedje uit het “eigen” land.

Tot zover een zeer beknopte formele samenvatting van het fenomeen Eurovisiesongfestival. Daarnaast is het songfestival ook een cultureel fenomeen dat uitbundig wordt gevierd. De keuze voor het deelnemende liedje, de aanloop naar het festival en het festival zelf gaat gepaard met enorme media-aandacht.
Naar mijn bescheiding mening als part-time zanger bij bruiloften en partijen gaat het bij de keuze van het deelnemende liedje niet om de kwaliteit, maar om populariteit; ofwel hoeveel kans het maakt om te winnen. Dat de keuze/kans niet per definitie met de kwaliteit van de tekst en/of muziek van het liedje te maken heeft is in de geschiedenis van het songfestival herhaaldelijk bewezen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan:
- 1968: Massiel met “La La La”
- 1969: Lulu met “Boom-Bang-a-Bang” *
- 1975: Teach-In met “Dinge-dong” (oorspronkelijke Nederlandse titel: “Ding Dinge Dong”)
- 1976: Brotherhood of Man met “Save your kisses for me”
- 1984: Herreys met “Diggi-loo diggi-ley”
- en ga zo maar door
Tussen de deelnemende liedjes zit veel troep, maar dat alles met als credo: “Het hoeft niet goed te zijn, als het maar scoort“. Dat is vergelijkbaar met zo’n Big Mac van McDonald’s; een slecht product, maar ongelooflijk populair.
Daarmee is het Eurovisiesongfestival als een maaltijd bij McDonald’s. Het is niet écht goed of lekker en je wordt er zeker niet beter van, maar het vult.
* In een aflevering van Monty Python’s Flying Circus uit 1970 verandert een sketch met politieagenten in het Europolice Songfestival, dat voor Monaco wordt gewonnen door Chief Inspector Jean-Paul Zatapathique (forensisch expert van de Monaco Murder Squad) met “Bing Tiddle Tiddle Bong“, gevolgd door:
2. “Si si boing bang” (Italië),
3. “Nein Bong über tiddle” (Duitsland),
4. (gedeeld) “Bang bang bang bang” (Engeland), “Ay ay ay ay” (Ierland), “Och och och och” (Schotland) en “Oy oy oy oy” (Israël),
5. “Post coitum omnia animal tristes est” (Frankrijk) en
6. “Ding ding a dong” (Zweden).