In deze tijd van COVID-19, lockdowns, avondklokken en sneeuw vond ik het goed om mijn kleine hersentjes toch een beetje bezig te houden, bijvoorbeeld door een nieuwe taal te leren.
De keuze voor wat betreft taalonderwijs is onder deze omstandigheden zeer eenvoudig; hier in Xokum wordt alleen door mevrouw Kuketo taallessen gegeven. Senutila geeft les in Tobiaans, Sorbisch (zowel Nedersorbisch als Oppersobisch), Occitaans en Esperanto. De keuze was dus snel gemaakt en nu zit ik op Esperanto-les.
Esperanto is een relatief gemakkelijk te leren, politiek neutrale, internationale kunsttaal, ontwikkeld door Lejzer Zamenhof in 1887. Hij publiceerde een boek over deze “internacia lingvo” (internationale taal) met de titel: Dr. Esperanto’s International Language, dat beter bekend is als Unua Libro (eerste boek).
De taal werd genoemd naar Zamenhofs pseudoniem Dr. Esperanto – “iemand die hoopt”.
Het mooie van de taal is dat die eenvoudige regels heeft en (anders dan in alle andere talen) weinig uitzonderingen op die regels. Verder is er bijvoorbeeld maar één lidwoord (la) en heeft de taal een alfabet met 28 letters, maar daar zitten de Q, W, X en Y niet tussen.
Ik ben onlangs pas begonnen, maar beloof u dat ik u regelmatig zal lastigvallen met Esperanto.
Ne timu; Mi zorgos pri subtitoloj
(Wees niet bang; Ik zorg voor ondertitels)